ZINDELIJKHEID

Wat is zindelijkheid?

Een kind is zindelijk als het voelt dat het pipi of kaka moet doen en het kan ophouden tot op het potje of op het toilet.

De school verwacht van de ouders …

… dat de zindelijkheidstraining reeds is opgestart bij aanvang van de schoolcarrière.

De kinderen hebben immers de leeftijd bereikt waarop ze zindelijk zouden moeten zijn.

… dat ze de school vooraf op de hoogte brengen wanneer hun kindje nog niet zindelijk is.

Er worden dan afspraken gemaakt tussen school en ouders, bijvoorbeeld over het dragen van een oefenbroekje, over het wel of niet niet halve dagen naar school komen,… Dit wordt individueel bekeken.

… dat de kinderen in makkelijke kledij naar de klas komen, zodat ze zelfredzaam zijn.

Dit houdt in: geen te strakke broeken, broeken die makkelijk aan en uit kunnen (geen moeilijke knopjes of bretellen), geen romper, geen broekkousen.

… dat er thuis in een ontspannen en aanmoedigende sfeer wordt geoefend op de zelfredzaamheid.

Complimentjes zijn zeer belangrijk.

Wat kunnen de ouders van de school verwachten?

Onze sanitaire voorzieningen zijn afgestemd op de behoeften van een 2,5-jarige (kleine toiletpotjes en lage wasbakjes).

In de instapklas zijn er gedurende de ganse dag regelmatig geleide toiletbezoeken.

Tussendoor stimuleert de juf de peuters om nog eens extra naar het toilet te gaan.

Een positieve aanpak. Het zelfvertrouwen wordt gestimuleerd.

Verschil instapklas en eerste kleuterklas:

Instapklas: door de leerkracht geleide toiletbezoeken gedurende de ganse dag.

Dankzij de kleine groepsgrootte en de ondersteuning van de kinderverzorgster (9u/week) is er meer tijd voor verzorgende activiteiten.

Eerste kleuterklas: de kleuters geven zelfstandig aan wanneer ze naar het toilet moeten (ze mogen gedurende de ganse dag naar het toilet), voor de speeltijden zijn er wel geleide toiletbezoeken.

De groep is groter en de leerkracht staat er alleen voor, waardoor er minder tijd is voor verzorgende activiteiten (dat gaat ten koste van pedagogische activiteiten).

Langer in de instapklas?

Soms wil het nog niet lukken bij de overstap naar de eerste kleuterklas.

Dan wordt elk kindje individueel geëvalueerd. De ouders worden hierbij betrokken.

Vaak gaan zindelijkheid en schoolrijpheid hand in hand. Maar niet altijd.

Een kind kan klaar zijn voor de eerste kleuterklas, ook al lukken de toiletbezoeken nog niet zo goed.

De school en de ouders bespreken dan samen wat het beste is voor het kind.

Een verlengd verblijf in de instapklas kan een goede oplossing zijn. Het is wel de bedoeling dat het kind zo snel mogelijk weer aansluit bij de leeftijdsgenootjes.

POTJE IN DE KAMER
Zet het potje midden in de kamer. Wanneer je kindje hier steeds weer mee in aanraking komt, is de kans groot dat hij er gebruik van zal willen maken. Laat hem het potje zelf ontdekken. Vaak gaan ze er eerst spelenderwijs met kleren aan op zitten.
START IN DE ZOMER
Probeer te starten met zindelijkheidstraining in de zomer. Dan kun je je kindje namelijk makkelijk in blote billen rond laten lopen. Wanneer hij zijn poep of plas langs zijn benen voelt lopen, is de kans groot dat hij een volgende keer bij aandrang op het potje zal gaan zitten.
POTJE VERSUS TOILET
Heeft je kindje al interesse in het toilet, voordat je het potje hebt geïntroduceerd? Leer hem dan meteen aan om te plassen en poepen op het toilet met een brilverkleiner. Dat scheelt weer een stap in het proces. En dan gaat het vaak sneller. Op een grote wc heeft een peuter geen ontspannen zithouding. De ideale houding is met de voetjes op de grond. Gebruik een potje of een opstapje (waar de voetjes op steunen).
BELONEN
Heeft je kindje geen enkele behoefte om zindelijk te worden? Probeer dan om hem te stimuleren door samen boekjes te lezen over zindelijkheid of introduceer een beloningssysteem. Spreek bijvoorbeeld af dat hij voor elke plas- of poepbeurt op het potje of de wc een sticker krijgt. Bij vijf (of meer) stickers kun je hem dan belonen met iets wat hij graag wil. Denk bijvoorbeeld aan een dagje naar de dierentuin, zijn lievelingsmaaltijd of een klein cadeautje.
FORCEER HET NIET
Een kindje dat écht niet wil, is niet klaar voor zindelijkheidstraining. Wanneer je het gaat forceren, is de kans groot dat het nog langer duurt, helaas.
NIET ALLES IN ÉÉN KEER
Plassen en poepen gaat vaak niet hand-in-hand. Veel kindjes gaan eerst plassen op het potje of de wc en na een tijdje pas poepen. Hetzelfde geldt voor dag en nacht. Focus je eerst op zindelijkheid overdag en wanneer dit een tijdje goed gaat, kun je het ’s nachts proberen. Houd er echter rekening mee dat dit fout kan gaan. Zorg daarom voor een matrasbeschermer of molton onder het hoeslaken.
HOUD ALTIJD REKENING MET ONGELUKJES
Is je kindje al (gedeeltelijk) zindelijk? Heel goed! Maar vergeet niet dat je in het beginstadium ook nog kans hebt op een natte broek. Neem daarom in deze periode altijd extra kleding mee wanneer je kindje zonder luier de deur uit gaat. Maak er geen probleem van als je kind toch in zijn/haar broekje doet.
HERINNER JE KINDJE AAN TOILET-BEZOEKJES
Vraag je kind regelmatig of hij naar de wc moet. Vooral voor een autorit of tijdens momenten waarop je kind heel gefocust bezig is, kan dit handig zijn.
AANMOEDIGEN
Wanneer hij zijn behoefte heeft gedaan op het potje of het toilet, laat dan weten dat hij het goed gedaan heeft en dat je trots op hem bent. Grote kans dat hij het nog leuker gaat vinden om (op tijd) zijn behoefte te doen.
GUN JE KINDJE DE TIJD
Haast en spoed zijn absoluut niet goed. Laat je peuter rustig op het potje of het toilet gaan. Neem er de tijd voor. Doe ondertussen een gezellige babbel en moedig aan. Zindelijkheidstraining is een proces dat gaat met vallen en opstaan. Een natte broek of natte matras is natuurlijk vervelend, zeker midden in de nacht, maar boos worden werkt vaak averechts. Praat samen over wat er mis is gegaan en hoe het de volgende keer beter kan.
Previous slide
Next slide

TIPS VOOR DE ZINDELIJKHEIDSTRAINING KAN JE TERUGVINDEN IN ONS ZINDELIJKHEIDSCHARTER.